Ziekenhuizen maken opmerkelijk veel verlies op administratie. Tot 30% van de loonlast verdwijnt in dit zwarte gat. Artsen besteden soms een volledige dag per week aan het invullen van formuliertjes en het herwerken van informatie. Is dit een spijtige noodzaak of kan die tijd ook gaan naar patiëntencontact en het echte werk van een arts?
Pogingen om dit probleem aan te pakken, bleven tot nu toe toegespitst op nieuwe manieren om registratie en integratie te structureren. De praktijk leert ons echter dat dit onvoldoende resultaat oplevert omdat er vaak informatie verloren geraakt bij het doorgeven van documenten of bij de omschakeling naar nieuwe software. Bovendien blijft het een open vraag welke structurering het best is: HL7, FHIR, ICD-8 tot ICD-10 of misschien wel Snomed CT?
De opstapeling van administratie is te wijten aan het feit dat er verschillende spelers betrokken zijn bij het proces van een patiënt van diagnose tot revalidatie. Elke nieuwe partij die betrokken wordt bij dit proces moet ingelicht worden en de nodige informatie kunnen verwerken in een systeem. De verschillende diensten die bij het proces betrokken geraken, hebben ook vaak andere doelstellingen voor die data (terugbetaling, anamnese, wetenschappelijk onderzoek, …). Er treedt heel wat vertraging op omdat de informatie veelal nog niet ‘gebruiksklaar’ is wanneer ze een nieuwe partij bereikt. Desondanks is er zeker geen gebrek aan beschikbare data (verwijsbrieven, antecedenten, preoperatieve complicaties, voorgaande onderzoeken, …). Meestal zijn die gegevens ergens verscholen tussen de eigen notities en bestanden, of aangekregen van andere zorgverleners (zoals verwijsbrieven). Dat leidt natuurlijk tot een heuse zoektocht om de nodige informatie te vinden. Pas dan kan de eigenlijke behandeling of evaluatie opgestart worden.
Nochtans is er veel meer mogelijk vandaag de dag. Dankzij artificiële intelligentie kunnen we uit eender welk type database, eender welk formulier of uit ongestructureerde documenten alle informatie ophalen die van belang is voor de klinische praktijk. Lynxcare maakt hier gebruik van om medische informatie veel vlotter beschikbaar te maken wanneer het nodig is, en hier komt het sleutelwoord van deze nieuwsbrief in het spel: integratie. Lynxcare integreert alle informatiebronnen feilloos op slechts enkele dagen – ook bronnen die voorheen niet konden geraadpleegd worden.
Een praktijkvoorbeeld: stel dat een orthopedist een patiënt behandelt in het kader van een totale heupprothese. De voorgeschiedenis van deze patiënt begint bij osteoporose en omvat een traject van medicatie en verschillende procedures en onderzoeken. Al deze informatie (inclusief de bijhorende foto’s) is onmiddellijk beschikbaar, zelfs uit documenten die afkomstig zijn van andere ziekenhuizen, huisartsen en verpleegkundigen.
Bovendien maakt het ook niet meer uit hoe informatie wordt geregistreerd. Dit kan in de vorm van notities gebeuren, een Orthopride register of een ander type formulier. Alles kan onmiddellijk aangeroepen worden. Dit leidt tot een enorme tijdswinst in registratie.
De aanpak van Lynxcare is revolutionair. Alle informatie wordt onmiddellijk beschikbaar voor gebruik in de klinische praktijk, ongeacht de bron. Dit is een enorme opportuniteit voor iedereen die actief is in de zorgsector, of het nu gaat over diensten zoals orthopedie en cardiologie of huisartsen. Zowel de opvolging van klinische kwaliteit als het stroomlijnen van administratie ondervinden een enorme boost dankzij dit systeem.
Lynxcare is genoemd naar het katachtige nachtdier, de lynx. De naam van dit dier is afkomstig van het Latijnse woord lux, wat licht betekent. De lynx heeft immers het beste nachtzicht van het hele dierenrijk. Lynxcare helpt u dan ook om door de bomen het bos te zien.
Share on